Sprookjes en mythen
Sprookjes en mythen kunnen ons helpen onze mannelijke en vrouwelijke deel in onszelf en onze eigen destructiviteit nader te onderzoeken.
Wie hield als kind niet van sprookjes? En wie houdt nog steeds van sprookjes, al kunnen we deze op een heel andere manier als volwassene bekijken benaderen.
Eigenlijk zijn sprookjes, mythen en verhalen door de jaren heen veranderd om ze geschikt te maken voor kinderen. Oorspronkelijk waren sprookjes bedoeld voor volwassenen. Een kind begrijpt in het sprookje van Roodkapje dat grootmoeder werd opgegeten door de wolf, terwijl het ons kan laten zien hoe wij verteerd worden door een negatief aspect van het mannelijke.
Door naar de personages te kijken, voelen we welke type personage we leuk vinden en niet. En het zijn vooral de personages die we niet leuk vinden waar een grote uitdaging ligt om de meer negatieve delen van onze persoonlijkheid te accepteren en/of er anders mee leren om te gaan.
We projecteren meestal die aspecten op anderen of trekken juist mensen aan met die eigenschappen. Doordat we leren omgaan met die delen van onze persoonlijkheid, zullen we minder en minder projecteren op anderen, er minder last van hebben en die eigenschappen inzetten om ons verder te helpen in ons dagelijks leven.
Stel dat een van de personages die je hebt ontdekt een angstige prinses is, bang om uitdagingen aan te gaan. Jij vindt dat niet van jezelf en toch voel je een buiten proporties behoorlijke afkeer. Dit is dan toch ergens een tekentje dat er iets in jezelf is wat vraagt naar aandacht in jezelf. Zoniet zou er geen sprake zijn van een grote afkeer.
Kies eens een sprookje dat jou aanspreekt.
Bekijk het verhaal nadat je het gelezen hebt vanuit het standpunt van het voor jou belangrijkste personage. Lees het verhaal vanuit het perspectief van dit personage en verander de persoonlijke voornaamwoorden naar ‘ik’ en ‘wij’. Bijvoorbeeld: ’Ik naderde het kasteel’.
Let eens op je gevoelens, reacties en emoties. Ook op het onverwachte in het verhaal. Je merkt op dat je je prins niet helemaal vertrouwt, je ervaart dat het monster helemaal niet eng is.
Je kunt op die manier nog veel sprookjes, mythen, verhalen lezen die ons naar onszelf laat kijken, je kunt ervaren waar er oordelen zitten die je mag loslaten, je zou je kunnen inleven in de figuur van de heks en je afvragen hoe de heks in het verhaal zich voelt en dit onderzoeken in je eigen leven. Vrouwen onder elkaar schilderen elkaar nogal gemakkelijk af als een heks, een slet, een preutse maagd, een sulletje, een oud wijf, een wijze vrouw, een godin. En waarop is dit gebaseerd? En waarom is niets wat het lijkt uiteindelijk? En wat zegt dat over ons?
Eén ding is wel in alle sprookjes en het aardse leven de rode draad: vrouwen zoeken nog steeds naar de prins op het witte paard en mannen zoeken nog steeds hun prinses, al dan niet op de erwt.