Nooit gekend…

Mijn overgroot Opa de Heer Aron Smeer,
ik heb u nooit gekend maar u bent er niet meer.
Geboren op het Boltengrachtje 3 als 3e kind,
voor mij onbekend maar het bloed is dat ons bind.
U vader was lompenkoopman jullie waren arm,
toch was het er door alle liefde altijd warm.
Net als u vader werd u
lompenkoopman ,
u jongere broertje zou ook volgen dan.
In 1938 trouwden u u Elizabeth,
uit ware liefde is wat ik wet.
Na een jaar verhuisde jullie naar Amsterdam oost,
een nieuwe plek met de vrouw die u lief-koost.
1940 het gevreesde jaar dat de Duitsers kwamen,
“verboden voor joden” steeds vaker te zien op de ramen.
Toen kwamen de razzia’s februari 1941 en werd u meegenomen,
Tot verdriet van iedereen toen en nu nooit meer thuis gekomen.
Ze haalde u weg van u zo geliefd gezin,
afgevoerd naar Kamp Schoorel niet te min.
In mei werd u gedeporteerd naar Mauthausen,
niet bepaald een kerk met priesters en pausen.
Slechts 30 jaar heeft u mogen worden,
Hier douchen stond er op die valse borden.
13 augustus vergast als experiment,
omdat je slechts een “jood” bent.
Het Slot van Hartheim is waar u ziel is gebleven,
maar heeft uzelf nooit gewonnen gegeven.
Nooit gekend maar toch mijn held,
nu is het de Hemel waar u wandeld.
Verbonden door bloed…samen een,
ik zal u nooit vergeten en dat is wat ik meen.